[Vessem, Arnoldus]
VESSEM (Arnoldus), of van V., ook genaamd van Loedt, geb. te Tilburg omstreeks 1500, werd vermoord in zijn pastorie te Klein-Zundert, 1557. Hij voltooide zijn studiën aan de universiteit te Orléans en trok zich daarna terug in de norbertijner abdij te Tongerloo, waar hij 23 Juni 1520 het habijt der orde ontving en 9 Juni 1522 zijn kloostergeloften uitsprak. Na verschillende jaren het belangrijke ambt van cellier der abdij bekleed te hebben, werd hij Febr. 1536 benoemd tot pastoor van Klein-Zundert. Weinig is er uit het leven van den ijverigen pastoor bekend. 2 Juni 1546 stichtte hij het altaar van het H. Sacrament en verbond er twee wekelijks te zingen missen aan. 19 Juni 1557 drong een moordenaarsbende in de pastorie en deed den pastoor, die ziek te bed lag, de vreeselijkste martelingen ondergaan. Zij sneden zijn lichaam aan stukken en verwoesten en vernielden alles, wat in de pastorie was.
Zie: P. van Spilbeeck, Précis historiques (1890); Les Martyrs de Tongerloo, 323-324; W. van Spilbeeck, De abdij van Tongerloo, 323. Taxandria XXXI, 159-160.
Fruytier