[Vermaes, Arie]
VERMAES (Arie) Wzoon, geb. te Hellevoetsluis 4 Aug. 1833, overl. te Delft 30 Maart 1903, was de zoon van Willem Vermaes en Anna Maria Hoffman. Hij werd, na reeds vroeger als onderbaas voor haar gewerkt te hebben, in 1856 lid der aannemersfirma J. van Haaften, wier naam in 1868 in A.B. van Tienhoven en in 1873 in P.A. Bos verdoopt werd. Voor deze firma heeft hij tal van werken uitgevoerd, waarvan de belangrijkste genoemd zijn bij A. Bos (VII, kol. 179), P. Bos Az. (VII, kol. 181) en P.A. Bos (VII, kol. 182). Van 1877 tot 1880 had hij met P. Bos Az. de leiding van de baggerwerken, oevervoorzieningen enz., in en aan de buitenhaven te IJmuiden, door zijn firma van de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij aangenomen in samenwerking met de firma A. Volker Lz.
Van verschillende zijden was het vraagstuk, hoe de baggermolens op goedkooper wijze te doen werken, bestudeerd. De fransche ingenieur Bazin had een zandzuiger ontworpen, die door Volker en Bos gehuurd was en den naam Geopotes droeg; deze was van 1877 af te IJmuiden aan het werk. Ook had de engelsche ingenieur der Kanaalmaatschappij, Hutton, een zandzuiger uitgevonden, die Adam I genoemd werd en ook te IJmuiden werkte. De maatschappij Fives Lille te Lille vertoonde op de parijsche internationale tentoonstelling van 1878 een zandzuiger, genaamd Fives Lille, ook naar de plannen van Bazin aan haar fabriek vervaardigd. Vermaes achtte het mogelijk, een beter stelsel van zandzuiger te verzinnen. De Geopotes en de Adam I zogen het zand, met water vermengd, uit den bodem en stortten het in grondschouwen (onder lossers). Deze konden wegens de deining zeer dikwijls niet naar de losplaats, verscheidene kilometers in zee, gesleept worden. De Adam I had reeds het voordeel boven de Geopotes en de Fives Lille, dat de zuigbuis langs de zijde van het schip aangebracht was, in plaats van, zooals bij de andere, in het verlengde daarvan, achteruit. Daardoor kon de Adam I langer werken.
Vermaes ontwierp, in overleg met P. Bos Az., een zandzuiger, die tegelijk grondschouw was, die dus niet naar de losplaats gesleept behoefde te worden, maar haar door eigen kracht kon bereiken. De eerste zelfladende zandzuiger was de Adam II, in 1878 op de scheepswerven van J. en K. Smit te Kinderdijk en Krimpen aan de Lek gebouwd. De zuigbuis wordt op den rivier- of havenbodem neergelaten, de schroef wordt af- en de centrifugaalpomp aangekoppeld, de opstijgende waterstraal neemt het zand, dikwijls zelfs wanneer daarmede klei vermengd is, mede in verhouding van 1 deel zand op 4 à 10 deelen water, en gestuwd in een horizontale buis, die in eenige takken verdeeld is, door welke het met water vermengde zand, ten einde het evenwicht van het schip te bewaren, in verschillende, door verticale schotten gescheiden compartimenten valt. Het zand bezinkt bijna onmiddellijk en hoe hooger het komt, des te meer vloeit het water over den rand van het schip naar buiten. Als de zandzuiger vol is, wordt de centrifugaalpomp af- en de schroef aangekoppeld, het anker gelicht en naar de losplaats gestoomd.
In 1879 was de Fives Lille te Duinkerken werkzaam en kwam de firma Volker en Bos in aanraking met den hoofdingenieur aldaar. Zij bood aan, een nieuw baggerwerk, dat daar noodig was, zeer veel goedkooper te verrichten dan die maatschappij. Toen laatstgenoemde niets van haar eisch wilde