van Couwenberghe, deken van Abbenbroek, eiland Putten, en pastoor van Reimerswaal, die in zijn beide kerken een schilderij van O.L. Vrouw had geplaatst en een broederschap ter eere harer Zeven Smarten had opgericht. Door zijn woord en voorbeeld wies en groeide de vereering en bloeide op door heel het land. Bij een bezoek in Reimerswaal en Abbenbroek was P. de Manso getuige van de geestdrift der geloovigen en schreef een brief daarover Missiva pulchra explicans precipuos dolores Beatae Mariae Virginis, gevolgd door een meditatie op de Zeven Smarten. Deze is uitgegeven door F. de Rudder in het maandschrift Mechlinia 1922. Als rector der nonnen van Thabor te Mechelen, waar hij 1480 het bestuur aanvaard had en 24 jaar bleef, deed hij het mogelijke om zijn omgeving voor de devotie te winnen, vooral de personen van het hof van Philips den Schoone, dat in de stad verbleef. Hij stelde de getijden met een Mis op ter eere van Maria's Zeven Smarten, die met andere op bevel van Philips den Schoone werden onderzocht door een raad, die deze van Petrus de Manso verkoos. Zij zijn uitgegeven in druk door den Predikheer Michael Francisci van Rijssel in zijn werkje: Quodlibetica decisio perpulchra et devota de septem doloribus christifere virginis Marie (Dirk Martens, Antw. 1494). Naar raad, oordeel en goedkeuring van Jan van Couwenberghe, stelde hij op verzoek van vele godvruchtige zielen oefeningen op ter eere der Zeven Smarten. Het boekje Gedenckenisse van de VII Weeden, dat 14 Juli 1492 te Antwerpen bij Gerard Leeu verscheen, het oudste bekende handboek dezer devotie, is vermoedelijk van hem. Het werd in 1494 en 1542 herdrukt te Antwerpen.
De Hist. ep. Ultraj. of Bat. Sacr. vermelden hem niet als deken van den Briel.
16 Juli 1504 werd hij door de regentessen van het begijnhof te Mechelen benoemd tot pastoor. Hij overleed aldaar 14 Febr. 1523. In Thabor werd steeds zijn jaargetijde, door hem gesticht, gehouden.
Zie: J. Baeten, Naemrollen betrekkelijk de kerkelijke gesch. van het aartsb. Mechelen III, 97; Handelingen Maria- Congres te Brussel (1921), II, 91-93; A. Duclos, De eerste eeuw van het broederschap der Zeven Weedommen van Maria (Brugge 1922), 68-71, 122, 147.
Fruytier