[Tulden, Theodorus van]
TULDEN (Theodorus van), gedoopt 9 Aug. 1606 in de St. Janskerk te 's Hertogenbosch, alwaar hij schijnt overleden te zijn in 1676.
Hij was de oudste zoon van den lakenkoopman Jacob van Tulden (een broer van Hendrik, hiervoor behandeld) en van Heylken van Meurs, die 28 Aug. 1605 in de Minderbroederskerk te 's Hertogenbosch waren gehuwd, waar zij een huis bewoonden tegenover den zij-ingang dier kloosterkerk; een jongere broer van Theod., Peter geheeten, trad in de Cisterienserabdij St. Bernard a.d. Schelde, terwijl een andere, Hendrik, Minderbroeder werd. Theodorus huwde 24 Juli 1635 in de antwerpsche St. Jacobskerk met Maria van Balen, een petekind van Rubens en dochter van Hendrik, een der voornaamste schilders der vlaamsche school.
Op vijftienjarigen leeftijd werd hij ingeschreven in het St. Lucasgilde te Antwerpen als leerling van Abraham Bleyenberch, dien hij spoedig verliet om zijn studiën te voltooien bij Rubens. In 1626 werd hij toegelaten als meester in dat gild, waarvan hij in 1638 deken werd. Hij woonde in 1644 te Oirschot en vestigde zich kort daarop in zijn geboortestad.
Eenige doeken van hem worden opgegeven in Taxandria VII (1900), 177 en 212, VIII, 143; B.v. Doninck, Obituarium abb. 's Bernardi, 111.
Zie over hem nog: Taxandria XVIII (1911), 119-123; Revue d' Histoire et d'archéologie I (1859), 109; A.v. Sasse v. Ysselt, Voorname Huizen I, 200, 342, III, 470.
Juten