lijk is ook hs. no. 264 door hem geschreven. Zijn graf bevond zich aan de westzijde van het groote claustrum bij den buitenwand. Hij is een der 4 monniken, die ten gevolge eener epidemie binnen 5 dagen aan het convent door den dood zijn ontvallen.
Zie: le Vasseur, Ephemerides Ord. Cartus. I (Monstrolii 1890), 541; Bijdr. en Meded. Hist. Gen. Utr. IX, 29, 273, 357; Meinsma, Middeleeuwsche bibliotheken, blz. 157 noot; Catal. Codicum manu scr. Bibl. univ. Rheno- Traj. (1887), 87, 137.
Scholtens