Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1189]
| |
Jean Joseph Bernard, die volgt, en van P.J.A. de la Court. Hij was eerst auditeur bij den staatsraad van het koninkrijk Holland, werd 25 Sept. 1809 auditeur des Konings, in welk ambt hij Lodewijk Napoleon naar Parijs vergezelde. Deze benoemde hem 28 Febr. 1810 tot secretaris van zijn kabinet, in welke hoedanigheid hij tegenwoordig was bij de onderteekening van de acte van abdicatie des Konings, en de archieven naar Parijs overbracht. Daarna werd hij secretaris bij het kabinet van keizer Napoleon en niet lang daarna met behoud van den titel van auditeur au conseil d'état benoemd tot secretaris-generaal van het departement der Zuiderzee. Napoleon verhief hem tot baron de l' Empire (10 Dec. 1812, zie Mdbl. Ned. Leeuw XXXVI, 45). Hij werd bij K.B. van 4 Juni 1824, no. 162, in den nederlandschen adelstand verheven, met den titel van ‘ridder’ overgaande op al zijn wettige mannelijke afstammelingen bij recht van eerstgeboortè. Bij K.B. van 29 Maart 1826 werd hij benoemd tot nederlandsch consul-generaal bij de noordelijke republieken van Zuid-Amerika, doch overleed reeds het volgend jaar te Santa Fé de Bogota. Hij was 2 Juni 1810 te Amsterdam gehuwd met Sina Frederica Alexandrina Saportas, geb. te Amst. 29 Febr. 1784, overl. te Brussel 28 Maart 1865, dochter van David en van Adriana Gordijn. Uit dit huwelijk sproten 3 kinderen. De zoon, Adrien Lambert Napoléon ridder de Stuers (1814-1873), was kapitein der infanterie bij het leger in N.O.I. Zijn portret is gelithografeerd door Madan. Zie: Jaarb. Ned. Adel III (1890), 217, 218; Nederl. Adelsboek (1917), 386, 387; Rietstap, Stam- en Wapenb. II, 197; Blok, Gesch. Ned. Volk2 IV, 180. Regt |
|