[Steengracht, Mr. Adriaan (2)]
STEENGRACHT (Mr. Adriaan) (2), of Steengracht van Moyland en de beide Souburgen, geb. te Middelburg 3 Febr. 1720, overl. ongeh. te Middelburg 3 Dec. 1773, begr. in de Oude Kerk. zoon van Mr. Johan (3), die volgt, en van Anna Catharina van Pere.
Hij was vrijheer van de hooge heerlijkheid Wisch, heer van Moyland, Till, Ossenbruck, Huet bij Cleve, Wehl, Slangenburg, ter Borgh in Gld. O.- en W.-Souburg en St. Aldegonde in Zeeland. In 1746 werd hij heer van de beide Souburgen door erfenis van zijn oom Cornelis van Pere, afkomstig uit een vlissingsche handelsfamilie, die vooral door de leenbank te Vlissingen schatrijk was geworden. Steengracht studeerde sedert 16 Sept. 1738 te Leiden, en promoveerde daar in 1739 op een Diss. philologico-juridica inaug. de officio praefecti urbi, werd schepen en raad van Middelburg en in 1753 hoogbaljuw en rentmeester-generaal der domeinen in Zeeland, Bewester-Schelde. Bij kabinetsorder van Frederik den Groote van Pruisen d.d. 2 Nov. 1751, werd hij in den gravenstand verheven onder den naam Steengracht de Souburg. Een diploma is niet uitgevaardigd; als Hollander verlangde hij zulks niet, omdat hij dien titel niet kon voeren.
Zie: Jaarb. Ned. Adel III, 190, 198; Nederl. Adelsboek (1917), 330; von Ledebur, Archiv für Deutsche Adelsgeschichte I (Berlin 1863); Nagtglas, Levensb. v. Zeeuwen, 697, 698 (volgens dezen begr. te W.-Souburg onder een zerk met opschr.).
Regt