[Sels, Joost]
SELS (Joost), zoon van Peter (3) en diens tweede vrouw Sara ter Vile, geb. te Bredevoort 1701, gest. te Curaçao 1759. Hij ging in den zeedienst en werd reeds in 1729 door het college der Admiraliteit van Amsterdam tot commandeur op een oorlogsschip aangesteld. Hij was het die op zijn schip ‘Wageningen’ den ambassadeur van hunne Hoogmogenden, Hendrik Lijnslager, in 1735 naar Salee bracht. Bevorderd tot schout-bij-nacht in 1755, werd hem door de Staten-Generaal de niet gemakkelijke taak opgedragen de goede verstandhouding met den dey van Algiers te herstellen. Twee jaar later stevende hij naar de West, waar hij weldra overleed.
In 1731 huwde hij te Amsterdam met Catharina Vlaming (1715-1768), dochter van Mr. Pieter V., den dichterlijken boekhouder der O.I.C. aldaar (III, kol. 1317) en van Wijnanda Calkoen. Uit dit huwelijk sproten 10 kinderen. Na korten tijd in de hoofdstad en in Elburg gewoond te hebben, verhuisde hij naar Wageningen. De laatste jaren van zijn leven was hij te Barneveld gevestigd, waar hij reeds veel grondbezit in de buurt had, dat later door zijn weduwe nog vergroot werd.
Zijn zoons Jan, Maurits (2) en Willem Hendrik zijn in eigen artikels besproken; zijn dochter Johanna Christina huwde Meinardus Joachim Buschman (VI, kol. 239), wiens zuster Albertina Maria de vrouw werd van Maurits (2) Sels. Katharina Hendrika Buschman (VI, kol. 238) dichtte een Rouwklagt over Joost Sels, overl. op Curaçao 8 Sept. 1759.
Zie: Wagenaar, Vaderl. Hist. XIX, 218; J.C. de Jonge, Gesch. v.h. Ned. Zeewezen V; W. Wynaendts van Resandt. Genealogie Sels en van Löben Sels (1923).
Bartelds