rooms pastoor en aartspriester over Kenmerland, op zijn weleerwaardens vijf-en-twintig-jaarig priesterschap, geviert binnen Overveen den XII. van Hooimaand des jaars MDCCLXXXV (te Leyden bij Hendrik Koster, 8 blz. in 4o); Amplissimo viro Domino Domino Henrico Schellens Kennemariae subdelegato nec non pastori in Overveen etc. vigilantissimo sui presbyteratus primum jubilaeum celebranti die XII Julii anni MDLXXXV (Hornae, Typis Joannis van Ophem typographii et bibliopolae).
De laatste jaren waren niet opwekkend voor den pastoor van Overveen. Zijn parochianen namen in aantal toe, doch de bijdragen voor het onderhoud van pastoor, kerk en armen verminderden door de drukkende tijdsomstandigheden, de revolutie en den oorlog. De garenbleekerijen, een bron van inkomsten voor Overveen, waren vervallen. Bij den dood van den pastoor was niets in kas en de noodige reparatie aan kerk en pastorie was uitgebleven.
Zie: Bijdr. bisdom Haarlem I, 393, III, 350, XXII, 50, 59.
Fruytier