en Holland te bereiken. Op 12 Maart 1730 werd hij aan de leidsche universiteit ingeschreven onder het rectoraat van prof. Herm. Boerhaave, die hem als zijn bekwaamsten student beschouwde. Toen keizerin Anna Ivanovna van Rusland Boerhaave in 1731 verzocht haar een kundig lijfarts aan te wijzen, beval hij Sanchez aan, die hetzelfde jaar dan ook te Petrograd in functie trad; hij werd ook lid van de Keizerlijke academie van wetenschappen. Na Anna's dood bleef hij de vertrouwde lijfarts der opeenvolgende potentaten, tot hij in 1747 door politieke intriges onmogelijk werd gemaakt. Hij vestigde zich toen in Parijs; de president van de Keizerlijke academie van wetenschappen te Petrograd schreef hem, dat alleen en uitsluitend het feit, dat Sanchez den joodschen godsdienst beleed, de oorzaak van zijn val was. Als parijsche armendoctor werd Sanchez nu zeer populair, doch dit ruïneerde hem tegelijkertijd. In 1762 schonk Catharina II hem daarom een jaargeld van 1000 roebels. Dr. Sanchez was de eerste europeesche arts, die de geneeskracht der russische dampbaden erkende. Zijn werken verschenen te Petrograd en Lissabon. Zijn kostbare bibliotheek maakt een gewichtig deel uit van de medische afdeeling der voormalige Keizerlijke bibliotheek te Petrograd.
Adriaan David en Jacob Sanches uit Paramaribo studeerden resp. in 1825 (onder rectoraat Tydeman) en 1831 (onder rectoraat van Hengel) te Leiden en behooren tot deze zelfde portugeesch-joodsche familie.
Zie: Jewish Encyclopaedia (New York, Londen 1905) XI, 37; Album Studiosorum van Leiden.
Zwarts