kasteel gedeponeerd, ten eigen bate aan te wenden. Zijn weduwe zag zich diensvolgens genoodzaakt, als boedelhoudster en voogdes van haar zoon, de schulden van haar overleden echtgenoot door den verkoop zijner heerlijke goederen te dekken, waartoe zij ten Hove volmacht verzocht en verkreeg. Uit kracht van dien werd de hooge heerlijkheid Koudekerk en Poelgeest, de ambachtsheerlijkheid en het Huis met een weer lands van 18 morgen op den 19. Mei 1692 door de voogden van juffr. Alida van Schellingwouw in de kastelanei van den Hove van Holland gekocht, betaald en aanvaard en een jaar rustig bezeten. Doch de zoon van den overleden baron, meerderjarig geworden, nam met de beschikking zijner moeder geen genoegen; hij ving een proces aan om den koop te vernietigen. De zaak bleef slepen tot de zoon in 1713 overleed; toen werd de ambachtsheerlijkheid van Koudekerk, 8 Febr. 1714 door de Staten van Holland en W. Friesland in beslag genomen, op grond dat het leen bij gebrek aan mannelijke of vrouwelijke nakomelingen aan de Staten moest vervallen.
Gerrit (12) v.P. was in 1661 (volg. huw. contr. te Villers-sur-Lesse 6 Aug. 1661) gehuwd met Maria Ernestina Lambertine de Mérode, overleden in 1713, vermoedelijk in het klooster te Halle (België), dochter van Eitel Friedrich graal de Mérode-Waroux, heer van Ossignies, en van Anna Catharina de Beaufort des Celles. Van de 9 uit dit huwelijk geboren kinderen moeten er in 1686 nog 7 in leven geweest zijn. Ons zijn alleen de volgende bekend: Charlotte Emanuelle. Zij had reeds kloostergelofte gedaan, toen zich voor haar een huwelijkscandidaat opdeed, voorgevende een prins de Ligne te zijn. Zij, haar geestelijk gewaad afleggende, liet zich ‘in het weerelds kleed schilderen na de fraiste swier, die toen bij luiden van rang in gebruik was’. De ongelukkige afloop dezer vrijerij is ons door Plemper overgeleverd; de pseudo-prins de Ligne werd eenigen tijd later als zeeroover ontmaskerd en boette zijn misdaad met den dood, waarna de teleurgestelde freule v. Poelgeest zich in het klooster begaf. Zij komt voor als kanunnikes te Nijvel (Nivelles), waar zij als laatste der van Poelgeesten 23 Dec. 1739 overleed. Een schoon-gebeeldhouwde deur in de kerk aldaar (werk van den kunstenaar Laurent Delvaux) met wapens versierd, draagt het opschrift: ‘1739 Don fait par Ch.E. nee baronne de Poelgeest, Chanoinesse de Nivelles, derniere du nom et des armes de cette tres illustre maison, decedee la dite annee le 23 decembre’. Voorts: Maria Victoria, kanunnikes te Maubeuge; nog een dochter, mede kanunnikes aldaar; Anna Isabella, overl. te Koudekerk 14 januari 1687; Gerrit of Gerard v.P. majoor der cavalerie in staatschen dienst, overleden te 's Hertogenbosch 22 October 1713 en begraven in de Kruiskerk (St.
Catharijn), over wiens proces reeds boven gesproken is.
Zie: Leidsch Jaarb. (1907), 106-112; Plemper, Beschr. van Alphen aan den Rijn, 128; J. Anspach, Gest. van Matsen (Leerdam 1894); Jaarb. Die Haghe (1923), 82, 83; Alg. Ned. Familiebl. XVI, 308; belangrijk aangevuld door den heer W.J.J.C. Bijleveld.
Regt