[Op Ten Noort, Willem (1)]
OP TEN NOORT (Willem) (1), jongste broer van Johan (2), overleden te Zutfen in 1617. Als zoo vele zijner stadgenooten, nam hij tijdens het spaansche regime (1583-91) de wijk naar Embden, het bekende toevluchtsoord voor de om hun geloof vervolgden. In 1593 benoemde de magistraat van Zutfen hem tot rentmeester der geestelijke goederen, waarbij zijn broers Johan (2) en Hendrik als borgen optraden. Ook fungeerde hij als z.g. stadholder of plaatsvervanger van den landdrost van de graafschap Zutfen. In deze kwaliteit droeg het college van stadhouder, kanselier en raden hem in 1605 de ontmanteling op van het huis Schulenburg, waarna het hem in 1608 benoemde tot rentmeester der burensche tienden. Eveneens bekleedde hij het ambt van auditeur-militair en van 1611-14 dat van overrentmeester der stad Zutfen. De beide stadsrentmeesters droegen hier den naam van resp. over- en onderrentmeester. Hun rekeningen werden nagezien door de gemeenslieden.
Hij was gehuwd met Mariken van Remey, ook van der Mey genoemd, die hem 2 dochters en 3 zoons schonk: Henrich, Engelbert (1) en Johan (3), waarvan de laatste twee voorgaan. Na haar dood, in 1603, hertrouwde hij met Maritgen Sluiskens, welke echt kinderloos schijnt gebleven te zijn.
Zie: Wijndelts, Het geslacht Op ten Noort; Tadema, Gesch. der stad Zutphen.
Bartelds