[Op Ten Noort, Johan (1)]
OP TEN NOORT (Johan) (1), 1507-1561. Het thans nog bestaande geslacht gaat terug op dezen Johan of Jan, wiens naam met dien zijner vrouw Wilhelmine voorkomt in een acte, betrekking hebbend op het door hen in 1523 gepachte landgoed Stickerslach in het kerspel Steenderen, leenroerig aan den graaf van Bronkhorst. In den oorlog van den gelderschen hertog Karel van Egmond tegen het huis Oostenrijk wordt deze Jan opten Oert genoemd als de man die in 1527 met zijn manschappen in Rijswijk (G.), Beesd, Brakel en Honswijk heeft gelegen en hij is dan zeer waarschijnlijk dezelfde Johan, die gemeld wordt in een protocol van het jaar 1507 des schultampts Zutphen, in het rijksarchief te Arnhem aanwezig.
Ter verklaring van het familiewapen diene dat de naam van dit geslacht ontstaan is uit: op den Oort. Het middelnederlandsche ort, ord, hort, noort was oorspronkelijk een haak of hoek en werd overdrachtelijk gebezigd ter aanduiding van een hoekvormig stuk land, aan een rivier gelegen. Aangezien velen kunnen genoemd zijn naar zoo'n in een water uitstekend land, behoeft gelijkheid van naam niet altijd op verwantschap te wijzen. Het wapen is een zoogenaamd sprekend wapen, voerende drie winkelhaken. In dien vorm komt het voor het eerst voor in den loop der 16e eeuw. Het nog in het begin dier eeuw gebruikte huismerk voerde slechts een enkele winkelhaak. Aannemelijk is dat deze Johan, afkomstig uit Doesburg en verwant aan het daar in het laatst der 15e eeuw gevestigde adellijke geslacht Winckelman, het wapenfiguur dezer familie, een winkelhaak, heeft overgenomen met bijvoeging van de beide kanonloopen, die een herinnering voor hem waren aan den tijd, toen hij deze als hopman in zijn legerafdeeling meevoerde.
Hij had één zoon Hendrik, en vermoedelijk is de persoon die als Jenneke aangeduid wordt, een dochter van hem.
Zie: Wijndelts, Het Geslacht Op ten Noort; Nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de ge-