jes voor de Emblemata Sambuci in hout te snijden, in 1566 en daarna werkte hij met Gerardus van Kampen voor de Historia frumentorum van Dodonaeus, in 1567 voor den plantijnschen thesaurus, in 1570 voor het Psalterium, in 1573 voor het Missaal. Van 1579 kennen we een geteekend werk van zijne hand, de titelomlijsting van den Biestkensbijbel in folio, door Peter van Putten te Harlingen uitgegeven. Verdere levensbijzonderheden zijn niet bekend. We weten de namen van drie zoons, Ewout (die volgt), Hendrik en Barend; bij het tweede huwelijk van Hendrik in 1609 was de vader tegenwoordig.
Zie: Max Rooses, Christophe Plantin (1882); dez., Le musée Plantin-Moretus (1914); de Roever, Oud-Holland III, 276; Burger, de Amsterd. Boekdr. IV, 148.
Burger