[Lijnden van Lunenburg, Balthazar Constantijn van]
LIJNDEN VAN LUNENBURG (Balthazar Constantijn van), geb. te Nijmegen 2 October 1731, overl. op Lunenburg 8 Januari 1822, zoon van Mr. Frans Godard van L. van Hemmen, die voorgaat, en van Const. Isab. van der Muelen.
Hij werd 14 Juli 1755 heer van Lunenburg (bij overgifte zijns vaders) en wegens deze ridderhofstad in 1758 beschreven in de ridderschap van Utrecht, beleend met Sandenburg (na den dood zijns vaders) 9 Sept. 1765. Hij werd president dier ridderschap, geëligeerde in het 1e lid der Staten van Utrecht en gedeputeerde ter Staten-Generaal.
In 1758 verkreeg hij het halve, later het geheele bezit van het buitengoed ‘Essensteyn’ te Voorburg. In 1804 stond Essensteyn geboekt ten name van de freules Charlotte en Sophia v.L. (dochters van Balthazar C.v.L.) en in 1834 overleed laatstgenoemde, Sophia Maria Agatha, ongehuwd op dit buiten.
Balthazar C.v.L. huwde te Linschoten 25 Oct. 1758 met jkvr. Johanna Antonia Strick van Linschoten, geb. te Utrecht 17 Februari 1733, overl. op Lunenburg 16 Febr. 1806, dochter van Mr. Jan Hendrik, heer van Linschoten en Polanen, en van Johanna Antonia Bernard. Uit dit huwelijk 7 kinderen, o.a. jhr. Jan Hendrik v.L.v. Lunenburg (zie dl. III, kol. 802). De oudste dochter, Francina Godardina Constantia (1760-1825) huwde in 1794 met Lamoraal Albertus Aemilius Rengers, grietman van Gaasterland.
Zie: Jaarb. Ned. Adel V, 452; Nederl. Adelsb. (1915), 216; Geneal. Herald. Bladen II, 210, 232, X, 366; Jaarb. Die Haghe (1903), 278.
Regt