Lewenborch. Hij bezegelt 21 Febr. 1375 een oorkonde ten behoeve van de St. Jansheeren te Arnhem. Hij bezegelt met Jan heer van Lijnden en Goessen van Lijnden, ridders, den zoenbrief, 2 Nov. 1376, van Jan van Blois en hertogin Mechteld ten behoeve van een aantal edelen en helpt 6 Januari 1377 de Landvrede, het verbond tusschen Jan van Blois en Mechteld met de ridders van Over- en Nederbetuwe, oprichten. Hij verzette zich eerst tegen Willem I als hertog van Gelre, deed een inval in de Veluwe en bedreigde Arnhem. Vandaar verdreven, sloeg hij het beleg voor Wageningen, onder welks muren Mei 1381 een veldslag werd geleverd. Kort daarna verzoende hij zich met den hertog. Hij komt van 1381 tot 1400 voor als voogd over de kinderen van zijn broeder Johan.
Bij zijn vrouw E.v.D. verwekte hij (volg. genealogieën) 7 kinderen, o.a. Dirk (2), die voorgaat, en heer Gosuinus v.L., ridder, overl. 18 Juni 1445, gehuwd met Sophia van Dael.
Zie: Nederl. Adelsboek (1915), 202; Navorscher LIV (1904), 164, LVII (1908), 388, 391, LXX (1921) 88, 89; Geneal. Herald. Bl. X, 310.
Regt