[Lijnden, Herman van]
LIJNDEN (Herman van), geb. 21 Oct. 1547, overl. op kasteel Rechem 5 Juni 1603, begr. in de abdij van Rechem, zoon van Dirk (5) v.L., die voorgaat, en van Marie van Elderen.
Herman, des H.R.R. baron, ridder, vrijheer van Rechem (Reckheim), Richolt enz., diende evenals zijn broeder Robert onder prins Andreas Doria, verwierf veel roem in de oorlogen in Italië en Hongarije en werd door keizer Maximiliaan eigenhandig tot ridder geslagen. In de nederl. oorlogen hield hij de spaansche zijde, was kapitein der hellebaardiers van aartshertog Matthias en diens eerste schenker en hofmeester; de Keizer gebruikte hem meermalen voor gewichtige zendingen naar Luik. Hij trad daarna in dienst van Ernst van Beieren, prins-bisschop van Luik, als diens groot-hofmeester en werd ook regeerend burgemeester van Luik. Hij onderscheidde zich in den keulschen oorlog tegen den afgezetten keurvorst Gerhard Truchses en bracht er niet weinig toe bij, dat deze uit het keurvorstendom werd verjaagd, waarna hij tot gouverneur en kapitein-generaal der keulsche landen werd benoemd.
Omstreeks 1581 huwde hij met Maria van Halmale, overl. 5 Nov. 1609 en bij haar man in de abdij van Rechem begraven, dochter van Constantijn, ridder, en van Catharina van de Werve. Uit dit huwelijk sproten 6 kinderen.
Zijn portret, in 1626 op het slot te Reckem, is afgebeeld bij Butkens, Annales enz. p. 292.
Zie: Nijhoff's Bijdragen VI, 213; Navorscher (1900), 332, 333; Alg. Ned. Familiebl. VII, 45.
Regt