op Atjeh. Drie jaar nadat kapitein v.L. van zijn 2e detacheering in het moederland was teruggekeerd, volgde in 1892 zijn benoeming tot majoor bij het 3e reg. vesting-artillerie, waarna hij in 1896 werd bevorderd tot overste. Na vier jaar in dien rang te hebben gediend, werd hij op zijn verzoek gepensionneerd, waarbij hem de rang van kolonel werd verleend. Hij werd op Oud Eik-en-Duinen begraven.
Van L. huwde te Batavia 19 April 1877 met Petronella Jacoba Meyer, geb. te Willem I (Java) 24 Mei 1856, overl. te 's Gravenhage, 12 Mei 1920, dochter van Carel en van Hélène Adolfine Krüger. Uit dit huwelijk sproten zes kinderen.
Zie: Nederl. Adelsboek (1921), 162; Gen. Her. Bladen, X, 358; Jaarb. Ned. Adel V, 443; Nieuwe Rotterd. Crt. 18 April 1910.
Regt