[Lijnden, Ernest van]
LIJNDEN (Ernest van), geb. omstr. 1585, overl. in 1636, zoon van Herman v.L., die volgt, en van Maria van Halmale.
Zijn vader Herman v.L. was in 1567 door keizer Maximiliaan tot rijksridder en in 1583 door keizer Rudolf III tot baron des H.R.R. verheven en had in 1590 de baronie van Reckheim verkregen. Ernest zelf, ridder, werd 31 Maart 1623 door keizer Ferdinand II verheven tot graaf van Reckheim en des H.R.R. Hij was baron van Richolt, Borssem en Thiennes, heer van Hautain, Once, St. Simon, Blaringen, Steenbeeke, Calonne op de Ley en Vieuville, was edelman van den Keizer en kolonel in zijn dienst.
In 1626 verscheen te Antwerpen een folioprachtwerk, getiteld: Annales de la maison de Lynden, divisées en XV livres, verifiées par chartres, tiltres, recueillées par Fr. Chr. Christophore Butkens, etc. Dit werk was op kosten van Ernest v.L. gedrukt; hij had er ook het materiaal voor verstrekt, dat door Adriaan van Winssen, heer van Hoencoop en Heemstede was verwerkt, terwijl Butkens zoo onvoorzichtig was het geheele samenstel met zijn naam te dekken. Bekend is, dat in dit werk niet alleen grove fouten, maar ook ergerlijke vervalschingen voorkomen, zoodat het voor historische onderzoekingen slechts weinig waarde heeft.
Ernest v.L. huwde in 1609 met Anna Antonia Gouffier, overl. 7 Juli 1620, dochter van Hendrik G., markgraaf van Crèvecoeur en Bonivet, en van Johanna van Bocholt. Uit dit huwelijk sproten vier kinderen. Zijn tak stierf 19 Sept. 1819 uit.
Zijn portret, in 1626 op het slot te Reckem, is afgebeeld bij Butkens, Annales enz., p. 312.
Zie: Jaarb. Ned. Adel V, 390, 409; Nederl. Adelsboek (1915), 200, 201; Navorscher XLIII (1893), 198-245, L (1900), 404, 405, LI (1901), 404, 508, 509; Oordeel van den genealoog Corn. Booth over de Annales in Navorscher XLIV (1894), 258-267, LI (1901), 411.
Regt