lain de Waroux, ridder, huwde (zie afkomst, 1e huwelijk en kinderen van Catharina v.d.M. in Navorscher LI, 74).
Als huwelijksgift gaf Everard v.d.M. aan zijn natuurl. dochter en haar man 27 Januari 1520 slot en heerlijkheid van la Rochette, die Dirk v.L. echter 29 Jan. 1536 weer moest afstaan aan de rechtmatige eigenaresse, Maria van Witthem. Catharina v.d. Marck overleed in 1531 en reeds in het volgend jaar, 3 Juli 1532 hertrouwde Dirk v.L. met Maria van Elderen, vrouwe van Sart S. Gilly, overleden 3 Januari 1574, begr. te la Boverie, dochter van Godenoel v.E. en van Elizabeth van Amstel. Dirk van Lijnden, hofmeester van bisschop E.v.d. Marck en kastelein van Mirwart, wordt 29 Dec. 1536 door Robert graaf v.d. Marck en van Arenberg aangesteld tot zijn ontvanger-generaal. Na den dood van kardinaal Everard v.d.M. 1538, trok Dirk zich op zijn goed Mathivaux terug, doch zijn oude vriend en studiemakker Cornelis van Bergen, opvolger van Everard, riep hem aan zijn hof terug en benoemde hem opnieuw tot zijn hofmeester, welk ambt hij ook bij diens opvolgers bekleedde, tot hij bij de aanvaarding van de bisschoppelijke waardigheid door Gerard van Groesbeek ontslag verzocht en zich op zijn goederen terugtrok.
Dirk en zijn vrouw koopen 18 Maart 1539 van Jean de Forvie de heerlijkheid Elderen.
Door invloed der familie van der Marck werd D.v.L. 23 Sept. 1540 beleend met de heerlijkheid Othée (Elch, tusschen Tongeren en Luik); hij verkocht deze 11 Mei 1546 aan Philips van Hamale, heer van Monceau. Dirk wordt 1 Maart 1561 (opnieuw?) beleend met Mathivaux en koopt met zijn vrouw van Jan, markgraaf van Bergen, het burggraafschap en de heerlijkheid Dormael, waarmee zij 31 Dec. 1562 worden verlijd. Dirk wordt hierom wel met den naam van Lijnden Dormael aangeduid.
Bij zijn eerste vrouw won hij vijf, bij de tweede zeven kinderen; van deze laatsten volgen George, Robert, Jasper (2), Dirk (6) en Herman.
Zijn door een onbekend kunstenaar geschilderd portret, in 1626 op het slot te Reckem, is afgebeeld in Butkens, Annales de la maison de Lynden (Anvers 1626) p. 244, gegraveerd door Joh. Vasonus.
Zie: Adh. baron von Linden in Navorscher L (1900), 317-405 en de bijgevoegde geneal. tabellen, LI (1901), 63-77, 401-430, 501-530; Camille ridder de Borman in Navorscher LI (1901), 141-164, 184-202; over de kinderen uit het eerste huwelijk, zie Navorscher (1901), 73.
Regt