Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 784]
| |
Harderwijk ingeschreven als ‘Zutfaniensis Th.’ (Album uitg. D.G. van Epen, blz. 2a), stond een poos te Doesburgh, ging 1650 naar Indië en werd 26 Juli 1651 naar Formosa gezonden. Doch kort vóór zjjn aankomst overleed hij aan boord en werd op een der Pescadores, ten W. van Formosa begraven. Zijne weduwe, Maria Hogers, bleef met vier kleine kinderen achter (hij moet dus reeds getrouwd geweest zijn, toen hij te Harderwijk ging studeeren) en de Raad gaf haar een plaats als binnenmoeder in het weeshuis op Tayoewan ‘waarmede dat vrij geholpen is’. Doch reeds in Oct. 1652 hertrouwde zij met Pieter Pauwels Outhout, van Hoorn, ziekentrooster, weduwnaar van Aeltje Arentsdr. van Delft. Of hij met zijn gezin tot de slachtoffers van Coxinga heeft behoord, weet ik niet. Zie: van Troostenburg de Bruyn, Biogr. Woordenboek, 272 vlg.; dez., Krankbezoekers 59; Grothe, Archief IV, 127, 132, 135. L. Knappert |
|