[Ludick, Lodewijck van]
LUDICK (Lodewijck van), geb. te Amsterdam in 1629 als zoon van Lodewijck van Ludick (van Amsterdam) en Sara Jansdr. (van Iepelaer), overl. aldaar vóór 1703, was landschapschilder in het genre van Jan Both (dl. II, kol. 230), terwijl hij tevens het beroep van kunsthandelaar in zijn geboortestad uitoefende. Hij ondertrouwde te Amsterdam op 27-jarigen leeftijd den 3den Mei 1657 met Cornelia Bosmans, de 22-jarige dochter van den wijnkooper Jacob Arentsz. Bosman en Josijna de Penijn. Zijn zwager was de rijke amsterdamsche koopman Abraham Heldewier. In een protocol van den amsterdamschen notaris J. van der Hoeven dd. 15 Sept. 1653 komt hij reeds voor als ‘lieffhebber ende eervaeren kender van de schilderkonst’. In 1656 was hij met Abram Franssen schatter in Rembrandt's faillissement. Schilderijen van hem treft men aan in de musea van Bamberg, München en Praag.
Zie: Huw. Int. Reg., archief Amsterdam; Wurzbach, Niederl. Künstlerlex. in voce; Oud-Holland 1884, 83, 1885, 225 enz.; Maandbl. Ned. Leeuw 1924, 248, 341, 378; J.J. de Gelder, Bartholomeus van der Helst, 142.
Wijnman