[Luderus, Paulus]
LUDERUS (Paulus), ged. te Amsterdam Noorderkerk 12 Nov. 1755 als vierde zoon van den ijzerkooper Fredrik Luderus (kleinzoon van Paulus Luderus, zie art. Martinius) en Anna Margaretha Arntzen. Hij was brouwer in de Brouwerij ‘de Waereld’ en werd poorter in zijn geboortestad 27 Juni 1780. Na de omwenteling werd hij 12 April 1796 lid van den Gemeenteraad te Amsterdam, hetgeen hij bleef tot 19 Jan. 1798. Van 15 Maart tot 13 Juni 1798 maakte hij deel uit van den Jacobijnschen Gemeenteraad aldaar, waaraan de tweede staatsgreep van Daendels een einde maakte. Blijkbaar was Luderus nogal op den voorgrond getreden, immers op laatstgenoemden datum werd hij met den maire H. Nobbe en zijn mederaadslid J. Bax door de nieuwe regeering in hechtenis genomen en op het Muiderslot gevangen gezet. Ook schijnt hij eenigen tijd in den Haag gevangen gezeten te hebben.
Zijn oudere broeder Willem Luderus, geb. te Amsterdam 3 Jan., ged. ald. Westerkerk 5 Jan. 1748, overl. te Amsterdam 7 Oct. 1817, koopman in wijn en thee, trad eveneens na de omwenteling in het politieke leven en was o.a. in 1797 vice-voorzitter van het comptoir der Grondvergaderingen te Amsterdam. Deze ondertr. aldaar 11 Aug. 1779 met Maria Géraud, uit welk huwelijk twee kinderen werden geboren.
Zie: Doop- en Poorterboeken, archief Amsterdam; Joh. Breen, De Regeering van Amsterdam gedurende den Franschen Tijd in Jaar-