[Kun, Cornelis Ghijsbertsz van der]
KUN (Cornelis Ghijsbertsz van der), geb. te 's Gravenhage 7 Juni 1666, overl. 1741, norbertijn der abdij Heilissem bij Thienen, werd 1695 pastoor-missionaris bij Vlaardingen in de Souteveenen. In de lijst, 1732 door den baljuw naar den Haag gestuurd, heet hij: ‘gestudeerd bij de canunniken van St. Norbertus’. Hij had zijn zending van den toen wettigen apostolisch-vicaris Petrus Codde. Zijn naam komt voor in de Bat. Sac. onder den bekenden brief of verzoekschrift ten gunste van P. Codde, 1701, gericht aan de kardinalen te Rome. Het is zeer twijfelachtig, of die onderteekeningen alle door de personen zelf geschied zijn. Moge pastoor v.d.K. in het begin geen openlijke tegenstander geweest zijn van P. Codde, hij ging toch niet mede in de scheuring en ongehoorzaamheid aan den Paus. Zijn naam komt op de priesterlijsten van dien tijd niet voor onder de geestelijken van Utrecht, maar steeds onder de aan Rome getrouwe priesters. Hij bestuurde de niet gemakkelijke missiestatie Vlaardingen tot zijn dood. In 1736 had hij verschil met den pastoor van Kethel. Deze beweerde jurisdictierechten te hebben op de Souteveenen. Zijn vertoog aan den nuntius 9 blz. fol. berust in het archief van het bisdom te Haarlem.
Zie: Bijdragen Haarlem II, 350, XIII, 189, XIV, 96, XVII, 222; Archief Utrecht IV, 125, X, 20; Batavia Sacra II, 206, 519.
Fruytier