[Kerker, Nicolaas]
KERKER (Nicolaas), kartuizer, geboortig uit Amsterdam, overl. 18 Jan. 1481 bij Utrecht. Hij was de zoon van Henricus K. en Maria, die weldoeners waren van het kartuizerklooster Nieuwlicht, waar hun zoon als monnik was geprofest. Gedurende 25 jaren oefende deze er het ambt uit van sacrista. Hij was een vroom en voorbeeldig man, die zich ook heeft bezig gehouden met het afschrijven van boeken. In zijn tijd bloeide in deze chartreuse de schrijf- en miniatuurkunst. Een handschrift, door Kerker geschreven en afkomstig uit de kloosterbibliotheek, is thans nog in het bezit van de Universiteitsbibliotheek te Utrecht (no. 137 van den catalogus). Hij lag begraven bij den buitenwand van het groote claustrum aan de Westzijde.
Zie: le Vasseur, Ephemerides Ord. Cartus. I (Monstrolii 1890), 87; Bijdr. en Meded. Hist. Gen. Utr. IX, 242, 333, 229, 355; Meinsma, Middeleeuwsche Bibliotheken, blz. 157; Catal. Codicum manuscr. Bibl. Univ. Rheno-Traj. (1887) 41.
Scholtens