[Ittersum, Robert van (4)]
ITTERSUM (Robert van) (4) tot Noorddeuringen (onder Denekamp), geb. in 1620, overl. in het voorjaar van 1669, zoon van Robert (3) tot Nijenhuis, hiervoor, en van Ida van Rechteren.
Hij was eerst kapitein, kreeg 15 Juli 1644 commissie van de Staten-Generaal als kastelein, drost en ambtman van stad en lande van 's Hertogenrade, werd in 1660 aangesteld tot majoor, maar aanvaardde die betrekking niet. In 1665 komt hij voor als sergeant-majoor der inf., drost van Daelhem en het kwartier van 's Hertogenrade en werd 19 Nov. 1667 commandeur van Maastricht. In Maart 1669 werd hij door den markies de Colombières, een fransch edelman, in een duel (tusschen Maastricht en Tongeren) doodelijk verwond. Hij vermaakte Noorddeuringen aan zijn broeder Seiger of Zeger, en wordt soms verward met den zoon van dezen.
Bedoelde zoon Robert (5) tot Noorddeuringen, gedoopt te Deventer 24 Mei 1664, is gecommitt. ten landdage van Overijsel 1695 in plaats van zijn broeder Adolf Casper. Deze Robert huwde met Anna Maria Elisabeth van Schwartz, dochter van Anton Gunther en van Mechteld van Welvelde, en stierf als proost van Oldenzaal ‘in beslommerde omstandigheden’ in 1708. Zijn vrouw overleed te Osnabrück 17 Juni 1708 en werd 20, 21 en 22 Juni te Denekamp overluid.
Zie: Mdbl. Ned. Leeuw XXXII, 124, XXXIV, 214; v. Doorninck, Gesl. Aanteeken.; ten Raa en de Bas, Het Staatsche Leger IV, 327, 472, 525; Hora Siccama, Gedenkschr. van Mevr. van Zoutelande (overdruk) 60, 61.
Regt