door Bewindhebbers onmiddellijk weer in het bezit van stok en degen gesteld en eervol onthaald. 24 Nov. bood nu v.I. aan Heeren-XVII zijn zeer uitvoerige ‘Consideratiën over den tegenwoordigen staat van de Ned. O.I. Comp.’ aan, waarin hij de oorzaken van het verval en de middelen tot redres aanwees. Bewindhebbers, die zeer groote verwachtingen van hem hadden, zonden hem 27 Oct. 1742 als G.G. naar Indië met uitgebreide volmacht. Het schip, waarmee hij vertrok, werd, de Hersteller' gedoopt. 21 Jan. 1743 was v.I. aan de Kaap, waar hij vernam, dat Valckenier, op weg naar Holland, daar was aangehouden, en gevankelijk naar Batavia teruggevoerd. Zelf kwam v.I. daar 26 Mei aan. Als G.G. ontwikkelde hij dadelijk een ongewone werkzaamheid. In 1744 reeds maakte hij een reis door de Preanger en Krawang, waarbij hij de eerste plannen opvatte tot stichting van een huis te Kampong-baroe (Buitenzorg). In 1745 volgde een reis door Krawang en naar Buitenzorg, dat hij intusschen van de regeering had ten geschenke gekregen; hij maakte nu ter plaatse zelf het plan voor een huis aldaar. Het volgende jaar ondernam hij zijn groote reis over Java - met, de Hersteller' via Soerabaja en Madoera naar Pasoeroean en vandaar terug naar Semarang; vervolgens over land via Soerakarta, Banjoemas en Tegal naar Batavia. Op deze reis was de Soenan, Pakoe Boewono II, hem tot Semarang tegemoet gekomen; v. Imhoff bezocht o.a. de tempelruïnen van Prambanan. Door tijdens zijn verblijf te Soerakarta den halfbroeder van den Soenan, Mangkoe Boemi, in het openbaar een vermaning toe te dienen, veroorzaakte hij den afval van dezen prins, die den grooten strijd begon, welke zou leiden tot de splitsing van Mataram in Soerakarta en Djokjakarta.
Het aantal goedbedoelde maatregelen, dat v.l. voor en na ten uitvoer bracht, is zeer talrijk. De voornaamste zijn: de oprichting van het Buitenhospitaal te Batavia, de stichting van de Amfioensociëteit, om den smokkelhandel in opium ten nadeele van de Comp. tegen te gaan, de kolonisatie proeven met europeesche boeren, de stichting van een latijnsche school evenals van een seminarium tot opleiding van predikanten en een Académie de Marine, de instelling van een postkantoor en een bank van leening te Batavia, de uitgifte van de Bataviasche Nouvellen, het slaan van eigen gouden munt. De meeste dezer instellingen mislukten echter en werden na korter of langer tijd opgeheven, zoodat de volkshumor, de Hersteller omdoopte in ‘de Versteller’, om aan te duiden, dat alles maar lapwerk was. V.I. liet den lutherschen godsdienst voor het eerst officieel in Indië toe.
Naast de politieke fout in zijn optreden jegens M. Boemi, heeft v.I. een tweede begaan in zijn staatkunde ten opzichte van Bantam, waarschijnlijk onder invloed van de Sultane-regentes van dit rijk. Ratoe Sjarifa Fatima. Deze vrouw, die wel eens kwam logeeren in ‘de thuyn van sijn Hoog Edelheyt, alwaar tot haar verblijf eenige vertrecken g'apteert wierden’, en die later met hem naar Tandjoeng Oost trok ‘ten eynde sig aldaer voor eenige dagen te diverteeren’, wist te bewerken, dat de Comp. den wettigen troonopvolger naar Ceylon verbande en daarvoor een harer beschermelingen in de plaats stelde. Dit leidde tot een ernstigen strijd tusschen Bantam en de Comp.
Van Imhoff overleed te Batavia 1 Nov. 1750; zijn grafsteen op het kerkhof Tanah Abang is afgebeeld bij de Haan, Platenalbum E, 12. Het door hem gestichte landgoed Buitenzorg werd uit zijn boedel aangekocht door zijn opvolger Mossel.
Van Imhoff was in 1734 te Batavia gehuwd met Catharina Magdalena Huysman,