[Hoogeveen, Theodorus]
HOOGEVEEN (Theodorus), zoon van Henricus H. (dl. V, kol. 240), geb. te Culemborg 3 Febr. 1745, overleden te Delft 11 Nov. 1787, stud. te Leiden, promoveerde tot med. dr. 5 Juni 1769 op proefschrift De causis productioris antediluvianorum aetatis, werd in 1769 benoemd tot Stads- en Gasthuisdokter te Delft en in 1770 tot lector in de ontleed-, heel- en vroedkunde aan het ‘Collegium Medico-Pharmaceuticum’ aldaar.
Hij schreef verscheidene latijnsche gedichten o.a.: Carmen elegiacum domestici, variolis infecta domo: dictum publice in aede Gallic. quae est Dordraci, sub Praesidio patris Henrici Hoogeveen, Gymnasii Rectoris, cal. Septemb. 1762 en In Honorem dilectissimi tratris Jani Hoogeveen, cum publicos I.H. honores capesseret (1763). Hij huwde te Geervliet 27 October 1779 Magdalena Dorothea van Brandt.
Hoogeveen