[Hoeufft, Jan (1)]
HOEUFFT (Jan) (1), geb. te Luik in 1578, ged. in de St. Janskerk ald., overl. te Parijs 5 Sept. 1651, zoon van Johan en Catharina van Wessem.
Hij, heer van Fontaine-le-Comte, Fontaine-Peureuse, Choisival en Sous-Bourbon (heerlijkheden, gelegen in Picardië en Poitou), vertrok naar Frankrijk en woonde eerst te Rouaan, later te Parijs, waar hij koopman en bankier was. Hij is als Franschman genaturaliseerd in Juni 1601, was te Parijs sedert 1634 commissaris van de Staten-Generaal der Vereen. Nederl. en was ook raad en secretaris van koning Lodewijk XIII, welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. Hoeufft heeft een werkzaam aandeel genomen in de drooglegging van een aantal plassen en moerassige streken in Picardië, Poitou en andere deelen van Frankrijk, welke werken meerendeels door nederl. ingenieurs werden uitgevoerd. Daarna werden de gronden op aanwijzing van Hoeufft in cultuur gebracht; enkele zijn tot heerlijkheden verheven of de heerlijke rechten daarvan werden opnieuw bevestigd. Zoo heeft Lodewijk XIII bij ‘lettres patentes’ van 20 Maart 1642 aan Jan H. geschonken o.a. de heerl. rechten hem toekomende wegens zijn aankoop van Fontaine-le-Comte.
Jan Hoeufft, wegens zijn secretarisschap bij Lodewijk XIII in den adelstand verheven, overleed ongehuwd, een zeer groot vermogen nalatende, waarover hij bij testament van 23 Dec. 1647 ten voordeele van zijn broeders en zusters beschikte.
Zie: Genealogie Hoeufft, 68-72; Groen v. Prinsterer, Arch. de la Maison d' O.N. III, 53, 65, 67, 78, 97, 101, 250, V, 116.
Regt