[Heuterus, Pontus]
HEUTERUS (Pontus) of Pontus de Huyter, natuurlijke zoon van Jan de Huyter, baljuw en dijkgraaf van Delft, geb. aldaar in 1535, gest. te St. Truyen 9 Aug. 1602. Hij werd na voorbereidende studie geestelijke en werd kanunnik te Gorinchem. In Juli 1572 werd deze stad door de Geuzen ingenomen; Heuterus werd toen gevangen genomen en naar den Briel voor Lumey gevoerd. Door handigheid in het verhoor wist hij aan den dood der gorkumsche martelaren te ontkomen; kort daarna, den 20sten Juli, zou hij toch worden opgehangen, maar bekwam opnieuw door behendige toezeggingen lijfsbehoud. Hij werd zelfs door een der Watergeuzen, Omal, tot zijn secretaris benoemd. Hij nam echter de eerste de beste gelegenheid te baat om uit de handen der Geuzen te ontsnappen; hij begaf zich naar de koningsgetrouwe gewesten en wist zich schoon te wasschen van den blaam in den Briel zijn geloof te hebben verzaakt. Hij leidde sedert een leven van studie en onderzocht de geschiedenis der Nederlanden onder de bourgondische vorsten en daarna. Hij gaf zich voor het bronnenonderzoek zeer veel moeite en deed daarvoor tal van reizen, zoo naar Bourgondië en Franche-Comté. In 1585 werd hij kanunnik te Deventer, maar verliet de stad in 1591 na de verovering door Maurits. Sedert woonde hij te St. Truyen, waar hij ook is gestorven.
Heuterus heeft veel geschreven over allerlei onderwerpen. Zijn voornaamste wetenschappelijke productie bestaat uit twee historiewerken van beteekenis. Vooreerst Rerum Burgundicarum libri sex, in quibus describuntur res gestae regum, ducum, comitumque utriusque Burgundiae (Antwerpen 1583, fol.; herdr. den Haag 1639, 8o.). In dit aan Philips II opgedragen werk beschrijft Heuterus de geschiedenis der koningen, hertogen en graven van Bourgondië tot en met Karel den Stoute; het is nog steeds van belang, daar vele door Heuterus gebruikte handschriften sedert zijn verloren gegaan, en ook, omdat de schrijver met verstandige kritiek zijn bronnen weet te gebruiken. Daarbij sluit zich zijn tweede werk aan: Rerum Belgicarum libri quindecim, quibus describuntur pace belloque gesta a principibus Austriacis in Belgio (Antwerpen 1598 4o.). In dit aan aartshertog Albert opgedragen boek sluit hij zich bij het vorige aan en zet de geschiedenis van Bourgondië en Nederland voort tot 1565. Ook voor dit boek heeft hij zeer veel bronnen geraadpleegd en verwerkt. Toch staat het niet op de hoogte van zijn vorig werk. Emmius verwijt hem, dat hij bijna een vierde gedeelte van het geheele werk aan Sicke Benninghe heeft ontleend zonder dezen een enkele maal te noemen (Epistola de Ponto Heutero et Hermanno Hamelmanno vóór de Historia: L.B. 1616). Ook heeft Heuterus zeer veel feitelijke onjuistheden laten staan. Hij heeft zijn werk nog vervolgd met een Historia secessionis Belgicae, dat de geschiedenis der nederlandsche beroerten bracht tot 1575. Het boek is lang na Heuterus' dood in 1649 te Brussel gedrukt, maar door de censuur verboden en door de politie opgehaald. Al de werken van Heuterus, met uitzondering van zijn werkje over de Nederduytsche orthographie (Antwerpen 1581,
8o.), zijn samengebracht in de groote uitgave: Opera historica omnia, Burgundica, Austriaca, Belgica (Leuven 1643, fol.; 2e druk, ibidem 1649, fol.; editio ultima auctior: ibidem 1651, fol.). Daarin komt ook voor de Historia secessionis Belgicae, die evenwel hier niet tot 1575, maar slechts tot 1569 doorloopt. Verloren blijft dus alleen het gedeelte, dat de geschiedenis van 1569 tot 1575 behandelde. Heuterus was een zeer ijverig en ook verstandig