[Herwerden, Casparus van]
HERWERDEN (Casparus van), geb. te Amsterdam 18 Jan. 1772, overl. te Schiedam 14 April 1822, zoon van Claudius Henricus van Herwerden en Geertruida Agneta Commelin. Hij studeerde te Utrecht, en werd predikant te Amerongen 17 April 1797, te Schiedam 21 April 1805. Hij beschuldigde professor Jodocus Heringa te Utrecht (zie het artikel over dezen in dit deel) van onrechtzinnigheid. De correspondentie tusschen beiden hierover doet van Herwerden niet van een gunstige zijde kennen; zij is uitgegeven onder den titel: Briefwisseling over de Godheid van den Heiligen Geest, gehouden tusschen den hooggel. heer J. Heringa .... en den weleerw. heer C. van Herwerden (Utr. 1800). Andere geschriften vloeiden hieruit voort.
Hij was gehuwd met Abigaël de Vrij op 27 Nov. 1798; zij overleed te Dieren 8 Maart 1844. Zijn broeder Claudius Henricus (1) volgt.
Zijn portret is gegraveerd door een niet genoemden kunstenaar.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 761 v.; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl. 156, (1910) Bijl. 150.
Knipscheer