[Hermkhuysen, Frederik van]
HERMKHUYSEN (Frederik van) of Hermikhuyzen, Herminckhuysen, Herinkhuysen (de laatste vorm is waarschijnlijk de oorspronkelijke familienaam), geb. te Leiden omstr. 1654, overl. te Asch 5 Juli 1707, broeder van Bernhardus van Hermkhuysen (zie vorig art.). Hij studeerde te Leiden en te Utrecht, en werd predikant te Etten (N. Br.) 5 Mei 1686. Hij is geschorst door de classis Breda en na hooger beroep, ingesteld door zijne gemeente, in Juli 1690 in zijne bediening hersteld. De collator, Willem III, de stadhouder-koning, deed hem evenwel verhuizen naar Asch (graafschap Buren), terwijl de predikant aldaar naar Gilse, en die te Gilse naar Etten werd verplaatst. Dit is een ‘unicum’ (de Bie en Loosjes). Willem III was toen hij het bevel daartoe uitvaardigde, op 21 Sept. 1691, op het Loo. Hermkhuyzen huwde te Hoeven 27 Dec. 1687 met Cornelia Duls, geb. te Rosendaal (N. Br.), waarschijnlijk een dochter van Pieter Duls, predikant te Hoeven.
Hij schreef: Israël ter Uitvaart met Mirjam, lijkrede op Maria Stuart .... (Amst. 1695).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 746 v.; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl. 115.
Knipscheer