[Hellenbroeck, Abraham]
HELLENBROECK (Abraham), geb. te Amsterdam 3 Dec. 1658, overl. te Rotterdam 16 Dec. 1731, zoon van Jan Hellenbroeck en Elisabeth Kluft. Bij zijn afscheid van de Illustre School te Amsterdam hield hij in Sept. 1674 een oratie in latijnsche verzen: De vitae humanae fragilitate. Hij studeerde te Leiden eerst in de wijsbegeerte, daarna in de godgeleerdheid, en werd predikant te Zwammerdam 28 Febr. 1683, te Zwijndrecht 4 Juni 1691, te Zalt-Bommel 29 Mei 1694 en te Rotterdam 23 Jan. 1695. Sedert 27 Jan. 1728 werd hem wegens toenemende zwakte emeritaat salvo honore toegekend; ook daarna preekte hij nog eenige malen. Hij was gehuwd met Geertruid van der Hoeven, dochter van Nicolaas van der Hoeven te Bodegraven. Hij was een van de meest vermaarde streng-voetiaansche predikanten. Zijn preeken zijn vele malen herdrukt en nog altijd gezocht; maar nog meer invloed heeft hij gehad door zijn catechisatieboekje, dat bij de Voetianen zelfs het veel minder schoolsche Kort Begrip heeft verdrongen. Alardus Tiele was zijn lijkredenaar (zie beneden).
Hij schreef: De Evangelische Jesaya, ofte deszelfs voorname Evangelische prophetiën, in haar samenhang, eigen inhoud, oogwit, vervulling en nuttig gebruik vertoond (Rott. 1702; Amst. 1736), vier deelen; Voorbeeld der Goddelijke Waarheden voor eenvoudigen die zich bereiden tot de belijdenisse des geloofs (Rott. 1706), het boven aangeduide catechisatieboekje; Salomons Hoogliet verklaert en vergeestelijkt (Rott. 1718; Amst. 1736); Bijbelsche keurstoffen, 180 preeken (Amst. 1735), twee deelen; De Kruis Triumph van Vorst Messias, of verklaring van het lijden des Heeren, 48 preeken (Amst. 1745, 1746; Dordr. 1777 enz.), twee deelen; Nuttige Mengelstoffen (Leid. 1742); Algemeene rouw-klagt in de straaten van Rotterdam, lijkrede op Wilhelmus à Brakel, overl. 30 Oct. 1711 (Rott. 1711).
De lijkrede op Hellenbroeck is getiteld: Alardus Tiele, De roem der heiligen na hun dood afgemaald, en vertoond in het leven en sterven van Jojada .... (Rott. 1732).
Zijn portret is gegraveerd door J. Gole naar een schilderij van P. van der Werff.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 639-642; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl. 164, (1907) Bijl. 153, 169 v.
Knipscheer