[Heerspink, Johannes Bernardus Folkerus]
HEERSPINK (Johannes Bernardus Folkerus), geb. te Sleen 21 Dec. 1812, overl. te Groningen 30 Juni 1899, zoon van Johannes Herman Heerspink, predikant, en Janna Gosselaar. Hij studeerde te Groningen, en werd predikant te Kolderveen 5 Nov. 1837, te Gasselte 26 Maart 1843, te Gieten 22 Oct. 1843; emeritus 16 Nov. 1879. Hij vestigde zich van toen af te Groningen. Op 12 Juli 1842 was hij gehuwd met Diddina Haukea Hitjer (overl. 1889) uit Oost-Friesland. Zij hadden tien kinderen. Hij behoorde tot de ‘groninger richting’.
Behalve eenige preeken, een gedicht ‘De kinderjaren’ in de Gron. Studentenalmanak 1838 en eenige artikelen in Waarheid en Liefde (jaarg. 1855, 219-284; 1856, 281-397; 1872, 481-526), schreef hij: Gedachtenisrede op Folkert Herman Heerspink .... (Gron. 1843); De hope des wederziens .... (Gron. 1858); De Godgeleerdheid en hare beoefenaars aan de Hoogeschool te Groningen (1614-1864) (Gron. 1864), twee deelen, en Dr. Petrus Hofstede de Groot's leven en werken (Gron. 1898).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 606 v.
Knipscheer