[Haverkamp, Gerardus]
HAVERKAMP (Gerardus), of Havercamp, geb. te Amsterdam, overl. te 's Hertogenbosch 24 Sept. 1752; broeder van Siwart Haverkamp (die volgt). Hij studeerde te Leiden, en werd predikant te Wilsveen en Stompwijk in 1701, te Heenvliet in 1710 of 1711, te Oud-Beijerland in 1715, te 's Hertogenbosch 1 Sept. 1720. Hier werd hij in 1730 benoemd tot hoogleeraar in de grieksche taal aan de Illustre school, welk ambt hij op 7 Aug. aanvaardde met: Oratio Linguae Graecae Commendatrix. Hij werd in 1747 emeritus. Hij schreef: De voce ‘υεγας’ (Lugd. Bat. 1694); Zalige uitkomst van Enochs wandeling .... lijkpredikatie van .... David Grimes .... (Delft 1713). Zijn zoons waren Ludovicus Haverkamp à Kerkhoven, predikant te Meeuwen, en Everhardus Haverkamp van der Helst te Sleeuwijk.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Nederl. III, 584; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl. 122, 145, 165.
Knipscheer