[Grijp, Willem Gerard van der]
GRIJP (Willem Gerard van der), broeder van den voorgaande, werd in 1736 te Noordgouwe geboren. Op 10-jarigen leeftijd schreef hij een rouwdicht op het overlijden van zijn vader, opgenomen in de Boekzaal. Zijn oratie bij het verlaten der latijnsche school te Zierikzee wekte groote verwachtingen. 17 Sept. 1753 te Leiden ingeschreven als student in het Staten College, in 1760 predikant te Oudenhoorn, in 1765 te Heukelom, in 1776 te Monnikendam en in December 1779 te Goes. In 1796 was hij tot Representant van het Bataafsche Volk gekozen. Daarom vroeg hij in Aug. 1797 emeritaat aan (vgl. Catalogus Tentoonst. Zeeuwsche Oudheden te Midelburg 1870, 51). Later werd hij rentmeester der domeinen van Prinsland en Willemstad. Hij overleed te 's Gravenhage 11 Dec. 1811.
Uit zijn huwelijk met Anna Christina Bennet te Leiden werd te Monnikendam geboren François Roelof Bennet van der Grijp, overl. 1 Maart 1829. Deze werd leerling en opvolger van zijn oom Cornelis apotheker te Zierikzee, huwde met Anna Yta Nauta, dochter van Petrus Jan Nauta, predikant te Zonnemaire. Hun oudste zoon Sicco Godefridus Nauta van der Grijp, geb. 20 Juni 1810, later apotheker te Zierikzee, was genoemd naar den veelbelovenden jonggestorven dichter S.G. Nauta. Een andere zoon was Dr. Petrus Jan van der Grijp, geb. 11 Maart 1819 te Zierikzee. Deze werd in Sept. 1841 officier van gezondheid, in 1861 promoveerde hij tot med. doct. op een dissertatie Een geval van elephantiasis (Gorkum 1861), huwde in Oct. 1870 te Leeuwarden met Elisabeth Gratama en is in Mei 1886 als kolonel gepensionneerd.
Zie: Nagtglas, Levensberichten v. Zeeuwen I, 304 v.; Colenbrander, Gedenkstukken.
Mulder