aan de Vechtbrug en aan de Noorderdwarsstraat hoek Breedstraat hielden zij een portugeesche synagoge. Deze particuliere synagoge droeg den naam ‘Kenéseth Abraham’ (Abraham's Synagoge) en was bestemd voor de toen in Vreeland woonachtige portugeesche Joden. Zij bevatte o.a. ‘het groote Boek Mozes met de zilvere handvatten, waar des comparants naam op staat’, en dat hij in 1807 bij uiterste wilsbeschikking aan de portugeesche synagoge van Amsterdam, op eenige voorwaarden legateerde. Deze kostbare wetsrol met den zwaren mantel van gebloemd goudbrokaat en gedekt door een zilveren kroon vormt nog een der schoonste schatten dier synagoge. Er bestaat ook een hebreeuwsch gedicht van den rabbijn Isaac Mendes da Solla op deze synagoge (1807). Henriques Pimentel noemt hem den ‘hofnar’ van Willem V. Het schijnt, dat 's Prinsen vriendschap en Fundam's eigenaardigheden (als bijv. op zijn toekomstig graf een pijpje te gaan rooken op een stoel gezeten), hem dien bijnaam gaven. De haagsche opperrabbijn Ferrares fungeerde als 18-jarig jongeling in zijn synagoge als voorzanger. Na Fundam's overlijden in 1818 werd de vreelandsche synagoge opgeheven; het godsdienstige echtpaar wordt zoowel ter portugeesche synagoge van Amsterdam als in die van den Haag nog met gebeden herdacht.
Zie: Jac. Zwarts, De Synagoge van den Hofnar van Willem V (Kenéseth Abraham te Vreeland) in het Letterkundig bijblad van het Nieuw Israël. Weekblad van 17 Juli en 14 Aug. 1925, nr. 3 en 4 van jrg. 61; Cat. der Wereldtentoonstelling Amsterdam (1876) (voor den mantel); A.J. Mendes da Costa's Feestboekje van het 250 jarig bestaan der Portug. Synagoge van Amsterdam (Amst. 1925 afb. mantel); M. Henriques Pimentel, Een kleine bijdrage tot de gesch. der Portug. Israël, in Nederland in Centr. blad voor Israël in Ned. van 16 Juni 1899, no. 11; J.S. da Silva Rosa, Over de Verhouding tusschen Joden en niet Joden in de Republiek in het Nieuw Israël. Weekblad (1922, jrg. 58).
Zwarts