taal mogen worden gehouden’, hem in 1842 de zilveren eerepenning van de ‘Hoofdcommissie tot de zaken der Israëlieten in Nederland’ gewerd, vastgesteld bij kon. besluit van 8 Maart 1836. Na den dood van opperrabbijn J.A. Lehmans in 1842 nam opperrabbijn Ferrares van de portugeesche gemeente tevens het interimaire opperrabbinaat der synagogale ressorten 's Gravenhage en Rotterdam (1845) van het nederlandsch-israël. kerkgenootschap waar, totdat in 1848 opperrabbijn B.S. Berenstein (VI, kol. 100) benoemd werd, die door hem op 4 Febr. 1848 plechtig werd geïnstalleerd. Ook bij de inwijding der nederl. isr. synagoge in de Wagenstraat hield hij een inwijdingsrede. Opperrabbijn Ferrares behoorde tot de stichters van het israël. weeshuis te 's Gravenhage (1849) van de ‘Israël. soepinrichting voor alle gezindten’ (1855) en van de vereeniging tot bevordering van ambachten onder de israëlieten (1846).
Behalve de bekende portretten op lateren leeftijd is er een jeugdportret in ambtskostuum als lithographie met facsimilé verschenen en een groote buste even voor zijn dood als staalgravure (buste met steek en ridderorde).
Zie: M. Henriquez Pimentel, Portugeesche Israëlieten in Den Haag (Den Haag 1876) en Haagsche Joden 1800-1900 in Jaarboekje Die Haghe (1904) 131; D.H. de Castro, De Portug. Synagoge te Amsterdam (Den Haag 1875); D.S. van Zuiden, Hoogduitsche Joden te 's Gravenhage (den Haag 1913) index; Jac. Zwarts, De synagoge van den Hofnar van Willem V in het letterkundig Bijblad van het Nieuw Israël. Weekblad van 17 Juli en 14 Aug. 1925, no. 3 en 4, jrg. 61.
Zwarts