[Fano, Senhores Fano e Urbino]
FANO, Senhores Fano e Urbino, 17e eeuwsche italiaansche joodsche uitgevers te Amsterdam, lieten in 1712 aldaar eenige italiaansche acten passeeren, waarbij zij contracten met David Gomes da Silva en Mose Sarfati di Girona opmaken. Het blijkt dat Fano tot de italiaansch-joodsche gemeente van Amsterdam behoort, die spoedig in de portugeesche is opgelost. Er werd bepaald om een joodsch gebedenboek (Tephila) in 4 deelen voor het geheele jaar te laten drukken bij Athias of een anderen drukker, echter in de door den laatste gegoten lettertype, waarbij Fano en Urbino beloven alle onkosten te betalen en ook de gereede vellen in bewaring te zullen nemen; zij kunnen tot het bedrag van hun kosten verkoopen en nadien een gedeelte der winst behouden. Volgens dit contract kreeg Manuel Athias de opdracht; het werd echter op 24 December herroepen. Fano en Urbino mochten het niet anders drukken dan gezamenlijk met Athias en zouden van hem 200 Humassim (bijbels) à ƒ 2.50 moeten overnemen en bovendien een wissel op Isaac en Salomon Arbaz, groot ƒ 250, moeten afgeven.
Ook zouden deze heeren de 4 ‘Halakim’ in het Hebreeuwsch drukken in 8o met nieuwen letter, zooals de Humas (bijbel) gedrukt werd, doch iets grooter. De beide uitgevers betalen de huur der werkplaats, laten haar bewaken en staan voor den bewaker in. In 13 à 14 maanden zouden 6 riem papier worden bedrukt, terwijl iedere riem 3250 of 3300 exemplaren van een gedrukt vel geeft. Zij mochten nog 500 à 600 exemplaren op speciaal papier laten drukken, doch zouden zich over meerdere exemplaren, op straffe van ƒ 1000 boete aan de armen, betreffende den prijs met Athias moeten verstaan. De uitgevers geven aan Athias na volbrachten arbeid zes boeken, nl. vier gewone en twee