[Enriquez, Aaron Mendes]
ENRIQUEZ (Aaron Mendes) behoort tot dit nederlandsche marranengeslacht, dat van Spanje en Portugal uit haar takken ook in Londen, Jamaica, Brazilië, Suriname, Mexico, Barbados, New York enz. heeft en gewoonlijk ook als Henriquez (vgl. dl. VI, 763 v.) voorkomt. Aaron was arts bij de portugeesche Joden van Amsterdam, omstr. 1680. De dichter de Barrios vermeldt een aan hem gerichten brief.
Een Abraham Nuñez (H) enriquez was er administrateur van het weezengenootschap ‘Aby Yetomim’. David Nuñez Torres droeg aan hem in 1680 een preek op.
Jacob Cohen wordt met Jacob Gabay Enriquez in 1642 in een pamflet betreffende Menasséh ben Israël vermeld. In 1681 droeg Jacob Aboab da Fonseca zijn Parafrasis aan Jacob Enriquez (blijkbaar den eerstgenoemde) op.
Jacob Nuñes, alias Jacques Nuñez Henriquez, was de bekende amsterdamsche portugeesch-joodsche juwelier, bij wien de zweedsche kroonjuweelen eenigen tijd verpand waren. In 1686 droeg de Barrios hem een gedicht op.
Zie: Kayserling in The Jewish Encyclopaedia V, 183.
Zwarts