[Dijck, Johannes van of van den]
DIJCK (Johannes van of van den), ook de of ab Aggere, geb. te Hoogeloon (N. Br.), overleed 8 of 9 Januari 1530 te Diest. Hij studeerde aan de universiteit te Leuven, waar hij bij de promotie, 1483, van 76 plaatsen de vierde behaalde (Analectes hist. eccl. Belg. II, 240). Hij verkreeg aldaar ook den graad van baccalaureus in de theologie. Gedurende eenige jaren was hij werkzaam als pastoor te Hoogeloon-Hapert tot 1504, toen hij proost werd der kapittelkerk St. Sulpitius te Diest.
In de abdij Tongerloo bewaart men zijn geschilderd portret.
Zie: W.v. Spilbeeck, Necrologium B.M.V. de Tongerloo (1902) 5; P. Lefèvre, Portraits conservés dans les abbayes Norbertines (Brux. 1917) 50; Schutjes, Gesch. bisdom 's Hertogenbosch IV, 621; Raymaekers, Kerkl. en liefd. Diest (Leuv. 1870) 146.
Fruytier