DAM (Anthony van), Daame of Damme, geb. 29 Aug. 1679 te Middelburg en aldaar overl. 19 Februari 1741, zoon van Zeger Zegersz. v.D. en Cornelia Bomme. Hij was een in zijn tijd vermaard schilder van zeestukken en decoratief werk; komt 1698/99 in het schildersgilde te Middelburg. Hij teekende o.a. de drie afbeeldingen der domburgsche oudheden in van Loon'sAloude Hollandsche Historie I, naast blz. 292, 294 en 297. In 1740 gaf hij uit de Wapenkaart der burgemeesters van Middelburg van 1498 af en vervaardigde een Stamlijst van het Huis van Oranje. Voor beide ontvingen zijn erven resp. van
[pagina 352]
[p. 352]
de regeering van Middelburg en van prins Willem IV geschenken in zilver. Hij wordt vermeld in L. Bomme, Redevoering ter inwijding van het Teeken-college te Middelburg, opgericht 11 Nov. 1777. Een brief van hem van 1704 komt voor in de verz. Diederichs ter Univ. Bibl. te Amsterdam.
Zie: Nagtglas, Levensber. v. Zeeuwen I, 145; Wurzbach, Niederl. Künstlerlex., 375; Thieme-Becker, Alg. Lex. d. Bild. Künstl. VIII, 312.
Auteursrecht onbekend