D.
[Dale, Antonius van]
DALE (Antonius van), geb. te Haarlem 8 Nov. 1638, begr. in de Groote Kerk aldaar 1 Dec. 1708, deed zich kennen als een krachtig bestrijder van het bijgeloof. Volgens de gewone voorstelling zou hij de latijnsche school hebben afgeloopen, in den handel zijn gegaan en eerst op lateren leeftijd zijn gaan studeeren in de geneeskunde. Vast staat intusschen, dat hij 27 Maart 1658 bij de leidsche hoogeschool als student in de philosophie werd ingeschreven, en dat zijn naam op de lijst van haarlemsche geneesheeren reeds in 1661 voorkomt. Bij de oprichting van het Collegium Medico-pharmaceuticum in 1692 werd hij tot deken dezer instelling benoemd. Een tijd lang was hij, evenals vele andere doopsgezinde medici, leeraar bij zijn geloofsgenooten.
Zijn geschriften, waarin hij te velde trekt tegen dwaling, vooroordeel, bijgeloof, hebben hem ver buiten Haarlems muren bekend gemaakt: zijn tweeledige verhandeling De oraculis ethnicorum.... (Amst. 1683) bezorgde hem een europeesche vermaardheid. Van dit geschrift, waarin hij de godsspraken voor priesterbedrog verklaart, maakte Fontenelle gebruik bij de samenstelling van diens Histoire des oracles (1687). Ook zijn Dissertationes de origine et progressu idololatriae et superstitionum .... (Amst. 1696) leveren niet alleen het bewijs van zijn groote geleerdheid, maar ook van zijn krachtigen wil om het bijgeloof uit te roeien. In zijn verhandelingen over het predikambt, de vrijheid van spreken in de gemeente, den doop, het wapenvoeren, verdedigt hij de doopsgezinde opvatting tegenover die van andersdenkenden.
Hij huwde 11 Dec. 1671 met Jacomijntje Slachregen. Een korte schets van zijn karakter, in hs. van de hand van een haarlemschen tijdgenoot, bevindt zich op de stadsbibliotheek te Haarlem (Cat. 2e suppl. bl. 2, no. 3).
Zie: van Langeraad en de Bie, Biogr. Woord. Prot. Godg. II, 344 vvg., en de daar vermelde bronnen en geschriften; Archief Coll. Med.-pharm. in Gem.-archief Haarlem.
H.E. Knappert