[Cortenbach, Edmund van]
CORTENBACH (Edmund van), geb. te Helmond 16 en gedoopt 23 Mei 1623 te Helmond, overleden aldaar 22 Oct. 1681, zoon van Alexander (die voorafgaat), volgde na den dood zijns vaders dezen op als burggraaf van Tervueren en Duysborg, erfmaarschalk van het hertogdom Limburg, heer van Helmond, Rochette, Oekene, enz. De leenverheffing der heerlijkheid Helmond had plaats te 's Gravenhage 8 Juli 1650. Hij testeerde 8 April 1675. Zijn lijk werd 3 Jan. 1682 plechtig in het familiegraf in de kerk van Helmond bijgezet. Het Tijdschrift voor Noordbr. Geschiedenis enz. (I blz. 179 e.v.) geeft een uitvoerige beschrijving van deze plechtigheid. Omdat hij de laatste mannelijke afstammeling was van dezen tak der familie, werd volgens oud gebruik naast het lijk in het graf een koperen plaat, neergelegd waarop het wapen van den overledene gegraveerd stond. Na zijn dood werd zijn weduwe vrouwe van Helmond. De leenverheffing had plaats 28 April 1682. Zij hertrouwde met Antoine Udalricq graaf van Arberg-Vallangin (zie dit deel kol. 18).
Edmund van Cortenbach huwde 4 Juli 1673 met Cecile Isabella prinses van Gonzaga de Mantua, overl. te Helmond 28 April 1688, dochter van Ludwich en van Isabella Croy Chimay Aremberghe. Uit dit huwelijk werden geboren en te Helmond gedoopt: Isabella Felicitas 8 Juni 1676 (jong gestorven); een zoon, 29 Juni 1677, provisioneel gedoopt en terstond overleden; Isabella Felicitas, 8 Juni 1678, die 9 Mei 1688 te Helmond huwde met Albert Joseph graaf van Arberg-Vallangin (zie kol. 18); Maria Teresia, 15 Oct. 1681, overleden 7 Oct. 1682.
Zie: Aug. Sassen, De Heeren van Helmond enz. 27; J. Heeren, Biogr. Wdb. van Helmond; Taxandria XXIX, 272-274.
Heeren