[Coets, Hermanus]
COETS (Hermanus), geb. te Middelburg 27 Sept. 1663 uit Coenraad C. en Anna Simons. Hij werd schilder onder de leiding van Zach. Blijhooft. Na den dood van dezen vestigde hij zich te Nijmegen en beoefende daar het portretschilderen onder leiding van den engelschen schilder Tuer. Van hier vertrok Coets weer naar Middelburg, waar hij zich in het bijzonder toelegde op het teekenen en schilderen van zeegezichten en schepen, vooral voor de eigenaars dier schepen. Miniatuurscheepjes vervaardigde hij ook. Als plaatsnijder en copiist is hij eveneens bekend. Na den dood van zijn vrouw (omstr. 1707) is hij in 1710 naar Amsterdam vertrokken, waar hij zich nog in 1711 ophield, doch sindsdien is zijn spoor verloren. In de thans oud-katholieke kerk in de Barndesteeg te Amsterdam vindt men nog het door hem geschilderde altaarstuk Christus in den tempel. Enkele gravures voor boeken worden genoemd bij Thieme-Becker.
Zie: Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen, 130; Thieme-Becker, Allgem. Künstlerlexikon VII (1912), 170.
Mulder