[Clotterbooke, Mr. Casparus]
CLOTTERBOOKE (Mr. Casparus), zoon van Mr. Casper Clotterbooke, secretaris van Hun Edel Groot Mogenden, geb. te 's Gravenhage omstreeks 1720, overl. 2 Jan. 1817. Hij promoveerde 5 Sept. 1760 te Leiden in de rechten na het verdedigen eener Dissertatio inauguralis de compensationibus (Lugd. Bat. 1760). In het jaar 1774 werd hij raad en schepen in de vroedschap te Haarlem en bleef er tot 1788. Met van der Does van Noordwijk, de Roo van Westmaas en Royer nam hij als commissaris van Gecommitteerde raden op 3 Maart 1787 aan het te Haarlem binnentrekkende krijgsvolk den eed af. Verder ging hij nog in het zelfde jaar met Backers uit naam van Dordrecht, en vergezeld van den fiskaal Luiken en twee boden van staat naar Hellevoetsluis tot onderzoek der daar voorgevallen oproerigheden. Tot 1802 leefde hij ambteloos, toen hij door het Staatsbewind tot lid van het departementaal bestuur van Holland benoemd werd.
Hij was gehuwd met Magdalena Henriette Patijn en overleed kinderloos.
Zie: Vaderlandsche Hist. ten verv. op Wagenaar XV, 372, XVI, 31, 38, 262, XLIV, 263; Colenbrander, Gedenkstukken I (Inleiding L, 1801-1806).
Rosenstein