[Clemens, Isaac]
CLEMENS (Isaac), geb. te Middelburg in 1632, overl. in Dec. 1666 te Vlissingen, vermoedelijk aan de pest. Hij studeerde te
Utrecht (ingeschr. 1650) en te Leiden (ingeschr. 1654) en werd predikant bij de Waalsche gemeente te Norwich; vervolgens in 1658 te Serooskerke
(Walch.) en in 1660 te Vlissingen. Hij heeft verschillende werken geschreven o.a.: Eenige subyte, korte ende bij occasie voorghevallene geestelicke Meditatiën, Brandend Hert, Christelicke Dachrekeninghe (Middelb. 1662); Psalm 148, Sneeuw en Vijerdamp, of een korte Verhandelinge over den sneeuw en de cometen (Middelb. 1665); en vertaalde ΙΣΡΑΗΛ ΑΓΧΙΘΑΝΗΣ. Doodts alarm of de Voorbode van een nakende Doodt, een lijkpredicatie door J. Whitefort, door C. uit het Engelsch vert. (Midd. 1666).
Zie: G. Vrolikhert, Vlissingsche kerkhemel (Vliss. 1758); Alb. studios. v. Utrecht, kol. 24; Alb. Studios. v. Leiden, kol. 324; van Langeraad en de Bie, Het protestantsche vaderland, biogr. woordenb. v. protest. Godgel. in Nederl. II (1918), 82 v.; Kerkelijk Handboek 1909, Bijl. 147, 150.
Mulder