[Casembroot, Leonard de]
CASEMBROOT (Leonard de), zoon van Leonard en Godelieve Brest, halfbroeder dus van Jehan, gest. te 's Gravenhage 7 Maart 1604. Hij was omstreeks 1560 pensionaris, later burgemeester van Brugge, 1572 lid van den Raad van State te Brussel, geraakte 1573 bij Alva in verdenking en vluchtte naar Holland, naar prins Willem I, die hem tot raadsheer in het Hof van Holland benoemde. De Prins gebruikte hem (1573-76) in verschillende gezantschappen naar Engeland, Frankrijk, Duitschland en Scandinavië. In Maart 1577 bij den overgang van Naarden en Muiden stelde hij namens de Staten en den Prins de voorwaarden vast en nam den eed af in opdracht van het Hof. Ook speelde hij een belangrijke rol bij het tot stand komen van de Unie van Utrecht en bij het bijleggen der godsdiensttwisten in Friesland (1583) en die tusschen steden en platteland aldaar. Na den moord op den Prins werd hij mede belast met de aanbieding der souvereiniteit eerst aan Hendrik III, daarna aan Elizabeth. Tijdens het bewind van Leycester stond hij tegenover dezen en steunde Oldenbarnevelt in diens verzet tegen de engelsche plannen; hij werd in 1587 ter bemiddeling naar Engeland gezonden. Bekwaam jurist en diplomaat, bewees hij nog belangrijke diensten daarna en nam deel aan de voorbereiding der kerk norde van 1592, op het laatst van zijn leven waarnemend president van het Hof. Hij stierf te 's Gravenhage en werd er in de Groote Kerk begraven. Gehuwd met Cornelia van Poppe, had hij 8 kinderen, van wie Leonard raadsheer werd in den Hoogen Raad (gest. 1637), Samuel hier volgt, Jan, ontvanger en schepen van het Vrije van Sluis (gest. 1625).
Vgl. over hem: Groen van Prinsterer, Archives VI, 17, 121.
Blok