[Burmania, Bocco van (1)]
BURMANIA (Bocco van) (1) of Bocke van B., geb. omstr. 1580, overl. te Edens in 1628 of 1629; zoon van Poppo (1) die volgt, en van Clara (Claer) Frauenhoven.
Hij werd in 1600 grietman van Hennaarderadeel, 4 Juli 1602 dijkgraaf en 29 Januari 1614 lid van Gedeputeerden. In 1615 wegens de Staten lid der commissie tot het introduceeren en beëedigen van de nieuwe regeeringsleden der stad Franeker. Wegens Westergoo had hij zitting in de admiraliteit te Dokkum. Het onderschrift van zijn portret, gegraveerd door Theod. Matham en met een latijnsch vers van A. van der Mast, in 4o in het licht verschenen, spreekt van wetenschappelijke verdiensten.
Hij is tweemaal gehuwd geweest. Eerst huwde hij te Edens, omstr. 1610, met Frau van Burmania, overl. in 1621, dochter van Upco (2) die later volgt, en van Rints (van) Roorda. Daarna hertrouwde hij in 1622 met Ursel (van) Roorda, dochter van Feye, van Genum, en van Doedt Uninga van Hoytema. Uit het eerste huwelijk 7 kinderen, waarvan Poppe (3) volgt. Een zoon, Douwe v.B., luitenant te paard, huwde met Tjets Feyesdr. van Roorda (waardoor hij de zwager zijns vaders werd); Rints huwde eerst (1640) Poppe van Andrée, daarna Frederik Sirtema van Grovestins; Doedt was eerst met Sweer van Hoeckelum, later met Damas van Loo gehuwd; terwijl Frau in 1645 de echtgenoote van Sape van Wissema is geworden. Uit het tweede huwelijk sproot Feye, die volgt, en mogelijk ook Jurrien van B.
Zie: Stamboek v.d. Fr. Adel; Baerdt v. Sminia, N. Naaml. van Grietm. 245, 246.
Regt