[Broese van Groenou, Herman]
BROESE VAN GROENOU (Herman), geb. te Kampen 19 Febr. 1822, overl. te Leiden 12 Juli 1894; zoon van Jacobus Adolf Broese en Geertruida van Groenou. Hij studeerde te Utrecht en aan het seminarie der doopsgezinden te Amsterdam, werd in Dec. 1847 doopsgezind predikant te Medemblik, in 1852 te Aardenburg, emeritus 19 Aug. 1883. Hij schreef onder den schuilnaam Herman artikelen in Nederland (1851), Album van schoone kunsten, Kunstkroniek, Drenthina, Evangeliespiegel, Evangelisch Penningmagazijn Aurora (1851); ook afzonderlijk over Den Reynaert, De schilderij van Ary Scheffer, voorstellende Christus als vergelder (1851); maar vooral: Uit het verleden der Doopsgezinde gemeente te Aardenburg, in de Doopsgezinde Bijdragen (1876-1884), en Verklaring van een ouden scheldnaam der Doopsgezinden in Doopsgezinde Bijdragen van 1882, 34-40.
Hij huwde 30 Mei 1849 te Medemblik met de schilderes Christina Petronella Schotel (geb. 1818 te Dordrecht, kinderloos overl. te Aardenburg 7 Juli 1854); na haar dood hertrouwde hij met Petronella Elisabeth Schotel.
Zie: Visscher en van Langeraad, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Nederl. (1903) I, 644 v.; Catalogus van ... de bibliotheek der Vereen. Doopsgez. Gemeente te Amsterdam (Amst. 1919), 41; Nagtglas, Levensber. v. Zeeuwen, 82; Bibliotheca theol. et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), no. 2191.
Knipscheer